Vakinhoudelijk & didactisch competent

3. Vakinhoudelijk & didactisch competent

Ik als docent moet de leerlingen helpen hun bagage eigen te maken die samengevat is in de kerndoelen voor het onderwijs en die elke deelnemer aan de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren. Dat is de verantwoordelijkheid van de docent  en om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken moet ik als docent vakinhoudelijk en didactisch competent zijn.

Een docent die vakinhoudelijk en didactisch competent is, ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn groep en zijn lessen. Zo’n docent:

  • stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de leerlingen en houdt rekening met individuele verschillen .
  • motiveert de leerlingen voor hun leertaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden
  • leert de leerlingen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen.

3. Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet ik docent als het volgende doen:

Ik als docent onderschrijf mijn vakinhoudelijke en didactische verantwoordelijkheid.

Ik heb voldoende kennis en vaardigheid op het gebied van de onderwijsinhouden en de didactiek om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin de leerlingen zich de culturele bagage eigen kunnen maken die de maatschappij vereist. Op een eigentijdse, professionele, planmatige manier.


Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet ik als docent het volgende doen:

  • Ik vorm me een goed beeld van de mate waarin de kinderen de leerinhoud beheersen en van de manier waarop ze hun werk aanpakken.
  • Ik ontwerp op basis daarvan leeractiviteiten die voor de leerlingen uitvoerbaar zijn en die hen aanzetten tot zelfwerkzaamheid.
  • Ik voer die activiteiten samen met de leerlingen uit.
  • Ik evalueer die activiteiten en de effecten ervan en stelt ze zonodig bij, voor de hele groep maar ook voor individuele leerlingen.
  • ik signaleer leerproblemen en –belemmeringen en stel, eventueel samen met collega’s, een passend plan van aanpak of benadering op.

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet ik als docent deze kennis hebben:

  • Ik beheers de leerinhouden van de vak- en vormingsgebieden, zoals beschreven in de doelen voor het onderwijs.
  • Ik ken het belang van die leerinhouden voor het dagelijks leven van de leerlingen en ik weet hoe zij die leerinhouden gebruiken.
  • Ik ben vertrouwd met de opbouw van de leerinhouden in leerlijnen en met de samenhang daartussen .
  • Ik heb kennis van (onderzoeksmatig) ontwerpen van onderwijs, didactiek en didactische leermiddelen, waaronder ICT.
  • Ik bekend met verschillende leer- en onderwijstheorieën en onderwijsarrangementen voor het jonge en oudere leerlingen en ik weet hoe ik die in praktijk kan brengen.
  • Ik ben vertrouwd met hoe leerlingen leren, wat hun leerbehoeften zijn, hoe hun ontwikkeling verloopt, welke problemen zich daarbij kunnen voordoen en ik weet hoe ik daar mee om kan gaan
  • Ik heb kennis van de invloed van taalbeheersing en taalverwerving op het leren en ik weet hoe ik daar in de praktijk rekening mee moet houden.
  • Ik heb een praktische kennis van veel voorkomende leerstoornissen en onderwijsbelemmeringen .

3. Indicatoren

van de vakinhoudelijke en didactische competentie, enkele voorbeelden:

  • Ik als docent kan de opdrachten, oefeningen en toetsen waar de leerlingen mee te maken krijgen, zelf foutloos maken en duidelijk demonstreren of uitleggen.
  • Ik leg duidelijk uit aan de leerlingen welke leerdoelen ik met welke leeractiviteiten nastreef.
  • Ik kies gevarieerde, op de leerlingen afgestemde opdrachten en leertaken, gebruik makend van moderne middelen, waaronder ICT. Ik bied ruimte voor verschillende manieren van werken.
  • Ik geef opbouwend commentaar op het werk van de leerlingen en op de manier waarop ze werken. Ik doe dat op basis van evaluatie en toetsing betrouwbare uitspraken over hun kennis en de vaardigheid.  Ik kan van elke leerling in de groep beschrijven hoe die zich ontwikkelt op cognitief gebied en hoe ik die ontwikkeling probeer te bevorderen. Ik signaleer onmiddellijk als er leerproblemen zijn, ik kan beoordelen of en hoe ik die problemen zelf kan aanpakken en weet waar ik eventueel hulp kan vinden in en buiten de school.

Ik kan mijn vakinhoudelijk en didactische opvattingen verantwoorden en ook hoe ik de groep of individuele leerlingen aangepakt heb. Daarbij maak ik gebruik van relevante en actuele theoretische,praktische en methodische inzichten.

Hoe laat ik dit allemaal zien?

Hiervoor wil ik verwijzen naar: video/   waar ik filmpjes heb staan om als bewijs aan te tonen dat ik vakinhoudelijk & didactisch competent ben.